Achtergrond
Er is de afgelopen jaren veel meer informatie vrijgekomen over de manier waarop de N-term tot stand komt. Ik ga dat hier dan ook niet opnieuw opschrijven. Ook al vanwege het feit dat wanneer ik dit opschrijf, het wellicht wat gekleurd wordt door mijn mening en daar is deze plek niet voor (wel op Twitter?). Dus hieronder vindt u slechts officiële of technische informatie.
Website |
Omschrijving |
Examenblad |
Officiële pagina's over de N-term. Met infographics, een filmpje en meer. |
Toetswijzer |
Een wat diepgaander verhaal over de totstandkoming van de N-term |
Wikipedia |
Een korte beschrijving van de werking van de N-term en een beperkte hoeveel data. |
Wiskunde |
Mooie wiskundige uitleg van de techniek van het vaststellen van de N-term en de cijfers door een wiskundeleraar. |
|
Wie |
Ik ben deze site begonnen, dat moet worden gezegd, uit enige ergernis. De onzekerheid wanneer je examens hebt nagekeken over de uiteindelijke cijfers, de altijd wat wazige verhalen vanuit het CvTE, de terechte verwijten van collega's in het land. En als je dan gewoon eens wil zien wat de N-termen de afgelopen jaren zijn geweest, moet je heel, heel diep gaan zoeken. Dat moet anders kunnen. En dat is dus ook zo. Verder heb ik veel plezier gehad bij het maken van de website. Ik ben een maker en ik leer graag nieuwe dingen en deze twee zaken komen bij het ontwerpen en uitvoeren van een site als deze mooi bij elkaar. Makers hoef ik niet te vertellen hoe fijn is als er weer eens wat lukt. Het maken van een website met database functionaliteit (MySQL), twee programmeertalen (PHP en JavaScript) en HTML en CSS voert je langs diepe dalen en hoge pieken en dat is heel gaaf.
Als laatste geloof ik enorm in delen, samen dingen doen. Ik hoop dat deze site voor een enkeling iets oplevert en dat dat voor diegene zijn werk iets verlicht, leuker maakt, inzichtelijker, whatever.
Wil je meer weten over mij, check dan mijn LinkedIn-pagina.
Arjan van der Meij
Mail
Twitter
LinkedIn
Instagram |
|
|
|
Statistieken |
In deze database staan 1789 N-termen van de afgelopen 24 jaar.
De leerlingen maakten in die tijd 23.555.255 toetsen. Het totaal aantal gemaakte (en dus nagekeken) vragen was: 820.521.963.
Deze toetsen werden voor 59,5% goed gemaakt. De gemiddelde N-term was: 1,03 en het gemiddeld behaalde cijfer was een 6,3. Verder werd 22,7% van de toetsen onvoldoende gemaakt.
Het slechtst gemaakte examen van de afgelopen jaren was Duits op het VMBO_KB in 2011. Slechts 38% van de vragen werd goed gemaakt. De N-term was dan ook 2,6. Het gemiddelde cijfer was een 6,0.
Het best gemaakte examen de afgelopen jaren was Arabisch op het VWO in 2022. Wel 93% van de vragen werd goed gemaakt. De N-term was 0,9. Het gemiddelde cijfer was een 9,3.
|
De p-waarden en de N-termen van alle examens van de afgelopen jaren. |
De data |
De data die ik gebruikt heb, heb ik gehaald van de site van de Cito. Daar staan de examenverslagen vanaf het jaar 2000. Vanaf het jaar 2005 is er een Excel-applicatie beschikbaar die de cijfers uitserveert. Een Excelsheet is eenvoudig om te zetten naar een csv-bestand en zo'n bestand is weer gemakkelijk in te lezen in een MySQL database die ik gebruik op deze website. De data van 2000-2004 was wat ingewikkelder om te "oogsten". Deze data staat in tabellen in een verslag dat in pdf-vorm wordt geserveerd. Deze files heb ik eerst ontdaan van overbodige informatie. Daarna heb ik de files via een site omgezet in Excelbestanden. Deze Excelsheets heb ik daarna bewerkt (zonder de data te veranderen natuurlijk) zodat het weer in een csv-bestand aan de database kon worden gevoed.
Wat opmerkingen over de data:
- De data van 2020 ontbreken. Het was het jaar waarin er geen Centraal Eindexamen is afgenomen vanwege de Covid-19 pandemie.
- De N-termen voor de praktijkvakken van het VMBO ontbreken. In eerste instantie maakte ik de database alleen voor mezelf en dus keek ik alleen naar de gegevens van HAVO en VWO. Toen ik ze op deze site publiceerde, werd me door iemand gevraagd ook de N-termen voor de algemene vakken van het VMBO toe te voegen. Dat kostte veel tijd maar heb ik wel gedaan. Niemand heeft er nog om gevraagd (spelen ze een belangrijke rol?). Wanneer er iemand geïnteresseerd in is, is het misschien aardig om ze zelf eerst even te ontsluiten: dan kan ik ze in de database zetten.
- De N-termen voor vakken waar geen p-waarde voor kan worden vastgesteld heb ik er ook uitgehaald. Deze hebben geen betekenis voor de langjarige trends en zijn ook niet voorspellend. Je moet denken aan kleine vakken als Fries, Arabisch etc.
- De N-termen voor vakken die maar kort hebben bestaan sinds 2000, heb ik er ook niet ingezet. Denk bijvoorbeeld aan Handelswetenschappen. In 2000 en 2001 is dat vak vervangen door Management en Organisatie (M&O). De N-termen van HW zijn dus niet echt relevant meer. Overigens is het vak M&O sinds 2020 ook weer verdwenen om plaats te maken voor Bedrijfseconomie. Ik hanteer strikt de namen dus als je de N-termen van beide vakken wilt combineren, kun je op de N-termen-pagina, zelf beide vakken aanvinken en deze daarna in Excel analyseren.
- Een aantal vakken hebben sinds 2001, een ander naam en vaak ook een andere inhoud gekregen. Zo is "natuurkunde 1,2" op de HAVO in 2009 (weer terug) veranderd in "natuurkunde". Voorafgaand daaraan (hier dus in 2008) is er dan een pilotjaar waar vrij weinig leerlingen dat nieuwe vak al uitproberen. En daarna (hier dus in 2010) is er altijd een bezemvak voor leerlingen die gezakt zijn. Ook dit is een kleine groep. Deze groepen heb ik er ook uitgehaald.
- In 2000, 2001 en 2002 konden leerlingen op de MAVO nog examen doen op niveau C of D (D was het hoogste). Na 2002 werd dit het VMBO en verdween het C-niveau. Ik heb de N-termen voor het C-niveau niet opgenomen. Verder heb ik de vakken op D-niveau wel meegenomen en heb die geschaard onder de afdeling VMBO_GLTL. Dit om enige data-continuïteit te verkrijgen. Complicerende factor daarbij is dat in de verslagen alleen maar het totale aantal leerlingen stond dat meedeed aan het examen; niet uitgesplitst naar C of D. Om daar toch een reëel getal voor te krijgen ben ik ervan uit gegaan dat de verhouding tussen het aantal deelnemers gelijk is aan de verhouding tussen het aantal steekproeven; ik had niets beters. Gebruik deze data dus niet als je echte, nette metingen wilt doen.
|
|
|